The realities of the embroidery

De sensatie een wereld binnen te dringen dat postuum is, als een droom.  Het niet weten of de maker -maakster nog in leven is.             Het startpunt is duidelijk, de beslissende stap zet ik pas als er geen oorsprong meer te vinden is. 

Gevonden objecten verwerk ik als samenvatting van oude sentimenten door deze opnieuw in het licht te plaatsen. Ze zijn zwijgzaam maar verraden de kern van hun wezen.  Veel symboliek wordt in traditionele, universele, aechetypische en in plaatselijke culturen gebruikt.. Deze facetten spelen altijd mee in mijn werk. 

Centraal staat in dit werk de 'vergeten' identiteit en cultuur. Daarin probeer ik op een kritische manier een synthese met het verleden en de actualiteit van vandaag en morgen te vermengen. Het is een stukje geografie en tijd die ontstaan tijdens het proces van verzamelen, onderzoek, het assembleren die leiden tot de uiteindelijke presentatie. 

Wanneer ik een uitnodiging krijg doe ik onderzoek en orden de 'gevonden/gezochte' voorwerpen op een weegschaal om deze samen te brengen in een concept en een context.  Daarnaast probeer ik het begrip (kunstwereld) kunsthandel, en het volkse kunstbegrip te ontrafelen.                    

Op deze voedingsbodem tiert decoratieve kitsch welig. De aandacht verschuift van de betekenis van een vereenvoudigd onderwerp naar een kunstwerk dat wordt overgoten met een nieuwe saus.  

In de ogen van volksmensen als zowel kunstminnend publiek zijn deze verzamelde stukken an sich geen volwaardige kunst. Het stilleven en het ouderwetse gehalte van de borduurwerken suggereren dat de zich hebben teruggetrokken, uit de hedendaagse mode. Toch vullen ze een belangrijke leemte in de maatschappij, anders zouden ze niet zo worden gekoesterd en bewaard zijn. 

Daardoor veranderen de geselecteerde / verzamelde voorwerpen voor mij van betekenis: ze worden van kitsch naar kunst verheven. 

De uiteindelijke objecten zijn een hommage aan de noeste vakman/vrouw. Die vele uren hebben gewerkt aan het borduurwerk. Beïnvloeding door het verleden, het onbewuste speelde waarschijlijk mee, de rol van de taal en ruimte als individu en als lid van een 'collectief ' de familie. Dit alles deed mee aan het maakproces van het naaldwerk. Deze voorgaande opsomming zie ik als een vorm van identiteit, eigen auteursvorming en authenticiteit die vooral zichtbaar wordt als  ikde achterkant blootleg.

Epiloog

Ik begon met een theoretisch kader, een beschrijving van een droom. Deze 'wereld' wordt door mij meer beschouwd, als alleen de zintuigen van het zien van vorm, kleur of ruimte hoe essentieel die ook is voor beeldende kunst. Het uiteindelijke kunstwerk is een getuigenis van een leven. Het biedt plaats aan alles wat afgedankt is of waarvoor geen betekenis meer kan worden verzonnen. Een leven die van te voren onvoorspelbaar is die niet alleen barst van schoonheid en esthetiek maar ook van stroperij, list, bedrog en hergebruik.